HET PLANTENRIJK
zie ook: mineralenrijk dierenrijk mensenrijk
Het waterrijk der planten heeft de volgende kenmerken:
zelfontplooiing - de ziel ontwikkelt zich nog ongericht. Kwaliteit: schoonheid. Functie: creativiteit.
Binnen dit natuurrijk zien we een secundaire evolutie die ook weer volgens de vijf elementen verloopt.
Hieronder volgt een kort overzicht dat in het boek verder is uitgewerkt.
PRIMAIR ELEMENT: WATER
W/a: secundair element: aarde - zelfvestiging. Dit zijn de eencellige bouwstenen van het plantenrijk.
Hier is meteen al sprake van een enorme variatie aan levensvormen, aanpassingen en vormen van voortplanting. Al het leven is vervuld van schoonheid. Ziekte, verval en dood zijn lelijk.
PRIMAIR ELEMENT: WATER
W/w: secundair element water: zelfontplooiing. Fantasievolle planten die heel ongericht groeien: schimmels en algen. Alleen de paddenstoelen hebben een bovengronds vruchtlichaam met een vaste vorm, Zij horen bij de hoogst ontwikkelde soorten in deze groep.
PRIMAIR ELEMENT: WATER
W/v: secundair element vuur: zelfbepaling. Bij de mossen begint een duidelijke differentiatie van organen: wortel, stengel, blad en sporendoosjes zijn onderdelen met een eigen functie. Zijn ze egocentrisch? Nou dat zou je kunnen zeggen want ze nemen veel water op, het zijn de 'sponzen' van het plantenrijk. Ze blijven klein omdat ze nog niet beschikken over vaatbundels.
PRIMAIR ELEMENT: WATER
W/l: secundair element lucht: groepsbewustzijn. Planten groeien uit door een soort segmentatie. Vaatbundels ontstaan door versmelting van hout- en bastcellen. Zodoende kunnen planten veel groter worden en de lucht in groeien.
Dit zijn sporenvormende vaatplanten zoals wolfsklauwen, paardenstaarten en varens.
PRIMAIR ELEMENT: WATER
W/e: secundair element ether: zelfexpressie. Dit zijn de zaadplanten die een grote schoonheid hebben ontwikkeld. Met bloemen, stuifmeel, nectar en vruchten lokken ze dieren voor de bevruchting en verspreiding van zaden. Dat is de communicatie die je hier kunt verwachten. Ze spelen een uitgesproken en actieve rol in het ecosysteem.
Voorbeelden zijn alle bloemplanten, maar ook naaldbomen en grassen (waaronder de granen).