DE NATUURRIJKEN
De oorsprong van de vijf elementen is voor ons verborgen in de metafysische wereld. Maar hun werking is zichtbaar in allerlei zaken, zoals in de verschillende lagen van de aura, in de aanwezige chakra's en ook in de onderverdeling van de natuur in rijken en de grote groepen daarbinnen. Elk element oefent een invloed uit op de stof en stuurt zodoende de ontwikkelingen in de evolutie.
Ik ben me er heel erg van bewust dat deze zaken veraf liggen van de westerse manier van denken. Maar kijk, ook via deze alternatieve filosofie wordt onze wereld niet anders dan die is. Als je wel uitgaat van een Schepper, liefst in de vorm van een innerlijke scheppingskracht en bezieling, kom je toch ook uit bij een evolutie die de wetenschap begrijpt en erkent. Maar dan een evolutie met een doel, namelijk een toenemend bewustzijn. Want de ziel is alomtegenwoordig, tot in de kleinste kiezelsteen, maar ontplooit zich gaandeweg in de evolutie tot een zelfbewustzijn bij de mens.
Levensvormen evolueren daarbij volgens de vaste patronen der elementen. Hieronder staat een overzicht van de elementen en wat hun invloed is op de evolutie. Het leven is doordrongen van een scheppingskracht en die innerlijke kracht, verbonden aan de ziel of het bewustzijn van het zelf, wordt aangestuurd door de vijf elementen. In het boek De mens: een morele evolutie wordt dit alles natuurlijk uitgebreid besproken.
Aarde: zelfvestiging - de ziel vestigt zich in een vorm. Kwaliteit: liefde. Functie: bouwsteen voor een verdere evolutie. Het hele mineralenrijk valt primair onder dit element en bestaat uit dit soort bouwstenen.
Water: zelfontplooiing - de vorm is nog zoekende, ongericht, fantasievol. Kwaliteit: schoonheid. Functie: creativiteit, zoekend naar een goede vorm. Het hele plantenrijk wordt primair aangestuurd door het element water en de hoogst ontwikkelde planten zijn vaak getooid met de prachtigste bloemen.
Vuur: zelfbepaling - de vorm wordt nu bepaald, het eindresultaat van de ontwikkeling wordt herkenbaar. Kwaliteit: waarheid. Functie: differentiatie en specialisatie. De vorm is afhankelijk, egocentrisch en vaak parasitair. Alle dieren zijn consumenten en eten andere dieren en/of planten. De uiteindelijke vorm van de mens wordt herkenbaar bij de hoogst geëvolueerde dieren.
Lucht: groepsbewustzijn - hierdoor ontstaan grotere eenheden. Kwaliteit: goedheid. Functie: verbinding die leidt tot gemeenschappelijke groei. Het hele mensenrijk valt hieronder en lucht zorgt voor sociale verbanden. In combinatie met het intellect ontstaat nu een morele evolutie die in haar hoogste vorm onder andere leidt tot ongehechtheid.
Ether: zelfexpressie - er ontstaat een wisselwerking met de omgeving. Kwaliteit: geluk. Functie: communicatie, ze is een levend en zelfstandig deel van een groter geheel. Het laatste rijk, dat der heiligen, komt voort uit de ongehechtheid, nederigheid en overgave (aan de omstandigheden of God) en dat maakt hen gelukkig, absoluut onzelfzuchtig en charismatisch. Zij communiceren zogezegd met de hoogste Bron van bezieling.